In een aantal gevallen is de werkgever vrijgesteld om de bedrijfsvoorheffing die wordt ingehouden op de bezoldigingen van de werknemers die deelnemen aan opleidingen, door te storten aan de fiscus. Met deze steunmaatregel kunnen werkgevers een deel van de loonkosten van de werknemers die deelnemen aan bepaalde opleidingen, recupereren. In deze blog leggen we je graag uit welke werkgevers, werknemers en opleidingen hiervoor in aanmerking komen.
Kom jij als werkgever in aanmerking?
Als werkgever moet je minstens voldoen aan volgende voorwaarden:
- Als werkgever houd je bedrijfsvoorheffing in op het loon van jouw werknemers;
- Je bent als werkgever onderworpen aan de wet van 05.12.1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.
Welke werknemers komen in aanmerking voor deze steunmaatregel?
De werknemer dient minstens 6 maanden anciënniteit te hebben bij jou als werkgever
Is je werknemer nog geen 6 aaneensluitende maanden bij jou in dienst en is de opleiding reeds gestart? Dan komen enkel die opleidingsdagen die plaatsvinden vanaf het ogenblik dat de werknemer 6 maanden anciënniteit heeft bereikt in aanmerking.
Let op, de anciënniteit die de werknemer heeft verworven als jobstudent tellen NIET mee in de bepaling van de anciënniteit.
De werknemer dient één of meer opleidingen gevolgd te hebben die aan volgende voorwaarden voldoen
De opleiding mag niet verplicht gesteld worden door een wettelijke/reglementaire bepaling of door een CAO. Heeft je werknemer dus een specifiek rijbewijs nodig bijvoorbeeld, dan valt dit niet onder deze vrijstelling.
Bovendien moet de opleiding beantwoorden aan de definities vermeld in artikel 9 van de wet van 05.03.2017 betreffende werkbaar & wendbaar werk. Dit betekent dat zowel formele als informele opleidingen in aanmerking komen. Maar de informele opleidingsdagen mogen slechts een deel van de minimale duurtijd uitmaken:
- 10 % van de minimale duur van 76 uren gedurende een ononderbroken periode van 30 of 60 kalenderdagen, of
- 20 % van de minimale duur van 38 uren gedurende een ononderbroken periode van 75 kalenderdagen
Belangrijk: de in aanmerking komende opleidingen moeten ook in hun totaliteit een minimale duurtijd hebben van 76u gedurende een ononderbroken periode van 30 kalenderdagen.
Weet dat je ook de mogelijkheid hebt om meerdere opleidingen te combineren om dit minimum te bereiken.
De opleiding moet volledig bekostigd zijn door de werkgever, alsook de loonkost die verschuldigd is in geval de opleiding tijdens de arbeidstijd gevolgd wordt.
De opleidingen die gefinancierd worden via een door de overheid gesubsidieerd opleidingsverlof, komen dus niet in aanmerking.
De werknemer mag niet onder de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor sportbeoefenaars vallen.
De steunmaatregel kan in principe gecombineerd worden met andere vrijstellingsmaatregelen, met uitzondering van de vrijstelling voor sporters.
Hoe groot is het fiscaal voordeel nu juist?
In principe bedraagt de van doorstorting vrijgestelde bedrijfsvoorheffing 11,75% van het totaal van de in aanmerking komende bezoldigingen van alle betrokken werknemers samen.
Het belastbaar loon per werknemer wordt wel begrensd tot 3.500 EUR.
Deze vrijstelling zal éénmalig toegepast worden in de kalendermaand waarin de opleiding werd beëindigd.
Als werkgever kan je voor eenzelfde werknemer voor maximaal 10 opleidingsperiodes beroepen op deze vrijstelling.
Mocht dit interessant voor je zijn en/of je hebt hier nog specifieke vragen over? Neem gerust contact met ons op via [email protected]!
Onze hr-specialisten staan voor je klaar!